De egoïstische maatschappij

De laatste tijd valt me op dat mensen zich steeds vaker egoïstisch gedragen. Egoïsme gaat verder dan individualisme. Bij individualisme gaat het vooral om zelfbewustzijn; dat gaat niet zozeer ten koste van anderen. Bij egoïsme is dit wel het geval.
De egoïstische tendens is schadelijk voor onze samenleving en het directe gevolg van het beleid dat de laatste decennia in Nederland is gevoerd.

Allereerst het egoïsme. Dat kent vele uitingen, maar is het best zichtbaar in de openbare ruimte, zoals in het verkeer. Enkele voorbeelden:
– Dagelijks zie ik auto’s geparkeerd staan op daarvoor niet bestemde plaatsen (stoep, buiten de vakken of half over 2 vakken) (mijn gemak is belangrijker dan dat van een ander);
– Bestuurders halen vaak (vaker dan in het verleden) in ondanks hinderen andere weggebruikers (mijn tijd is kostbaarder dan die van een ander);
– Fietsers fietsen met 3 naast elkaar en blijven dat doen ondanks dat anderen niet kunnen passeren (mijn genot is belangrijker dan dat van een ander).

Als je beter kijkt, zie je het ook op andere plaatsen:
– Grof taalgebruik op sociale media (mijn zelfvoldoening is belangrijker dan dat van een ander);
– zgn. opiniemakers in de media (mijn aanwezigheid en mening is belangrijker dan het publieke debat en de feiten).
Dit zijn allemaal voorbeelden van personen die ruimte opeisen ten faveure van zichzelf en ten koste van de publieke ruimte.

De opkomst van egoïsme is deels toe te schrijven aan meer individualisme. Maar vooral ook door een terugtredende overheid, die men passend vond bij opkomend individualisme. Dat is echter een misverstand. Weliswaar vraagt een deel van de maatschappij om meer zelfregulering, maar de maatschappij kan een aantal zaken nu eenmaal niet zelf regelen.
Hufterigheid in het verkeer is bijvoorbeeld vooral het gevolg van een kleinere pakkans. Idem geldt dit voor grof taalgebruik. In een maatschappij zonder represailles, zullen de sterksten (in dit geval vooral de brutaalsten en de grootste schreeuwers) een deel van de macht naar zich toetrekken. Het is de taak van de overheid om de zwakkeren (de minder brutalen) hiertegen te beschermen.

Bij een trend naar meer individualisme past dus een sterkere overheid, die sneller reageert op misstanden. Het toelaten van kleine overtredingen leidt namelijk onherroepelijk tot grotere overtredingen. Wat dat betreft zijn volwassenen net als kinderen; ze zoeken de randen van wat kan. En net als voor ouders is het in dit geval de taak van de overheid om tijdig die grenzen aan te geven.