Ons verkiezingsstelsel werkt … bijna

Doordat de formatie moeizaam verloopt gaan er meer stemmen op om het kiesstelsel te veranderen. Suggesties zijn o.a. om de kiesdrempel te verhogen of een tweede kiesronde (zoals o.a. in Frankrijk) toe te voegen. Ik geloof niet dat die oplossingen iets verbeteren aan ons systeem. Toch zie ik wel verbeterpunten.


Als eerste vind ik het onwenselijk dat gekozen volksvertegenwoordigers in de regering plaatsnemen. Iedereen die zich verkiesbaar stelt voor de Tweede Kamer en gekozen wordt, moet daarin ook plaatsnemen en niet in de regering. Nu is het nog gewoonte dat de lijsttrekker van de grootste partij premier wordt en dat de lijsttrekkers van de overige coalitiepartijen vice-premier worden. Ook de andere ministersposten en staatssecretariaten worden vaak gevuld met Kamerleden.
Op die manier lijkt het alsof we een regering kiezen, maar dat doen we niet; we kiezen volksvertegenwoordigers.

Als tweede hoeft de formatie geen meerderheid op te leveren. Sterker nog: formeren is eigenlijk helemaal niet zo nodig. Formeren heeft als belangrijkste nadeel dat er direct gebroken moet worden met verkiezingsbeloften omdat er compromissen gesloten moeten worden. We willen immers een regeringsakkoord waarin heel veel al geregeld is. Bijkomend nadeel is dat de oppositie op deze punten eigenlijk geen inbreng heeft en dus ook geen rol.

Mijn voorstel: Laat de regering vormen uit een vertegenwoordiging van de partijen in de Tweede Kamer naar rato van de stemverdeling (en dus zetelverdeling). Als er bijv. 15 ministersposten en 15 staatssecretariaten zijn, dan levert iedere 5 zetels dus één post op. De verdeling hiervan kan ook op basis van omvang gebeuren; de grootste partij krijgt de eerste keuze (waarschijnlijk de premier, maar dat hoeft natuurlijk niet), daarna de tweede partij etc. Kandidaten moeten door de Tweede Kamer worden goedgekeurd, maar worden alleen vervangen als twee-derde van de partijen tegen stemt. Dit voorkomt dat er ‘onbruikbare’ kandidaten doordringen tot de regering.

Iedere bewindspersoon kan beleid gaan opstellen, maar zal een meerderheid in de kamer moeten vinden voor zijn plannen. Hij of zij is dus gedwongen om samen te werken met andere partijen. Op onderwerpen als de begroting moeten zelfs alle partijen samenwerken om tot een compromis te komen. Het regeerakkoord krijgt dus vorm tijdens het regeren en niet vooraf. Dit heeft als voorstel dat er geen verkiezingsbeloften gebroken hoeven te worden; dat alle partijen meeregeren en oppositie voeren én dat er geen partij kan worden ‘afgerekend’ op meeregeren (zie PvdA in de laatste verkiezingen). Uiteraard kunnen partijen wel ‘afgerekend’ worden op slecht regeren, maar dat lijkt me meer dan terecht.

Een regering kan op deze manier ook altijd 4 jaar regeren, want er is geen reden om tussentijds ’te vallen’ doordat een partij uit de regering stapt.